Hendrik Hubert Jan Brouwer, Tony Joosen
Passie, Paleis, Politiek
Over zeven freules Löwenstein-Wertheim-Rochefort, kanunnikessen te Thorn
De vrome graaf Ansfried, in 990 stichter van de benedictaressenabdij in Thorn, zou zich in zijn graf omdraaien. „Het draaide hier in het stift (uit benedictaressenabdij voortgekomen klooster voor adellijke dames red.) in Thorn vooral om geld en macht", zegt Tony Joosen. „Als je hier mocht intreden verhoogde dat je stand en die van je familie aanzienlijk. Vaders waren erop gebrand om hun dochters hier onder te brengen." De familie Löwenstein-Wertheim-Rochefort slaagde daar bijzonder goed in. Maar liefst zeven freules uit dit adellijke geslacht traden tussen 1626 en 1723 als kanunnikes toe tot het stift in Thorn. Twee daarvan schopten het zelfs tot abdis-vorstin. In het boek Passie, Paleis Politiek werpen amateurhistoricus Tony Joosen uit Neeritter en archeoloog dr. Henk Brouwer uit Thorn aan de hand van deze zeven dames een nieuw licht op het reilen en zeilen van het Thorner stift. „En hoe de adel zich omhoog probeerde te werken." Aanleiding voor het boek was onder andere het verhaal over de affaire van de zestienjarige abdis Josina Walburgis Löwenstein-Wertheim-Rochefort. Als stadsgids van Toertje Thorn heeft Joosen het verhaal al tientallen keren verteld. Dat de gelofte van kuisheid niet kon voorkomen dat abdis Josina stapelverliefd werd op de graaf van Stevensweert. De twee trouwen in het geniep. Maar als pa Löwenstein erachter komt zijn de rapen gaar. Hij haalt zijn dochter terug. „Volgens de verhalen heeft hij haar vier jaar lang opgesloten." Maar Josina Walburgis ontsnapt en keert terug naar haar geliefde graaf die bij Ohé en Laak het naar haar vernoemde kasteel Walburg bouwt. Trouwen was overigens niet verboden voor de stiftdames. Maar dat kon wel pas nadat ze het klooster hadden verlaten. „En reken maar dat de adelijke heren in de omgeving heel goed wisten dat hier huwbare dames zaten", zegt Joosen. „Het stift was voor de dames een mooie wachtplaats tot ze de juiste persoon tegenkwamen." Liefst iemand die net een stapje hoger op de adellijke ladder stond of die met zijn bezittingen een mooie aanvulling op de rijkdom van de familie kon vormen. Die tactische manoeuvres hebben de familie Löwenstein- Wertheim-Rochefort geen windeieren gelegd. De Löwensteins wisten op die manier zelfs de Franse revolutie en de voor veel adel fatale Napoleonistische tijd te overleven. „In de buurt van Wertheim in Duitsland hebben ze nog steeds een fraai landgoed met familieslot", weet Joosen. Alois Konstantin Fürst zu Löwenstein zwaait er de scepter. Joosen en Brouwer hebben hem onlangs een exemplaar van hun boek gestuurd. „Nee, nog geen reactie gehad. Maar het boek is dan ook in het Nederlands geschreven. We werken nog aan een Duitstalige versie, die is bijna klaar."
Quelle: De Limburger - Ron Langenveld, 28.03.2011